Historie 

De oorspronkelijke naam van het huis is Villa Aiola, die behoorde tot een vrij groot gebied wat Aiola heette, hetgeen bloemenperk betekent.

De villa is in de 17 de eeuw gebouwd. In de muur die om de tuin en het huis staat is een steen ingemetseld waar 1707 in staat. Aan de noordkant hoog op het midden van de buitenmuur is een nis van waaruit het huis verdedigd kon worden, de schietgaten zijn nog aanwezig. Het is duidelijk aan de ligging te zien dat het altijd een voornaam huis is geweest, en waarschijnlijk sterk gelieerd met de kerk, er staan twee kruizen op en het ligt recht tegenover de kerk.

Het huis blijkt meer dan 100 jaar niet bewoond te zijn geweest. In de oorlog hebben er wel veel onderduikers geschuild. Boven de voordeur is een gevelsteen met het jaartal 1858, waarschijnlijk is het toen voor het laatst gerenoveerd.

Via overerving behoorde het huis aan een paar families die naar het schijnt ruzie hebben gekregen over met name één kamer, waarna het huis in twee stukken is gedeeld door de plaatsing van een muur, dwars door het huis van noord naar zuid.

De oostkant is vervolgens verkocht en daar zijn ongeveer 15 jaar geleden drie appartementen in gemaakt. De westkant was eigendom van een Italiaan die er zelf niet woonde, maar wel de boel in de gaten hield. In 1999 is hij overleden en hebben zijn erven na enige aarzeling besloten het huis te verkopen.

Vrienden die reeds meer dan 10 jaar een van de appartementen in het huis hadden zochten iemand om samen met hen het tweede stuk van het huis te kopen, zodat de muur beneden weer geslecht kon worden om er zo weer meer een geheel van te maken.

Bij aankoop van het westelijke gedeelte bleek het huis nog vol te staan met antiek, maar het meest opvallende was een levensgrote madonna in een kast. Deze madonna is in processie weer terug gebracht naar de kerk waar deze volgens de erven hoorde. De madonna staat nu in een rechter zijaltaar van de kerk in Pieve di Chio. Ook het antiek is weggehaald.

 

Hoe trof ik het huis aan.

Ondanks dat het huis zo lang niet bewoond was geweest was het in een zeer redelijke staat. Het hele huis was van binnen beschilderd en ondanks dat de muren vies waren en enkele grote scheuren bevatten had het veel allure en charme. Overal lagen nog de originele rode terracotta plavuizen uit de tijd dat het huis gebouwd werd.

Op de eerste verdieping lagen er grote zakken met pacht, zoals bruine en witte bonen en opvallend was dat de inhoud ervan kurk droog was. Op de zakken stonden nog de jaartallen zoals 1962 en 1963, een tijd waarin in Italië honger werd geleden. Een afschuwelijk en feodaal gegeven dat de pacht wel geïnd werd, maar er vervolgens niets mee werd gedaan.

Op zolder bleek een balk gestut te zijn en was ooit de vloer van een zijkamertje vervangen, maar verder was alles authentiek. Bijzonder zijn de talrijke vogelhokjes.

De vloer van de eetkamer boven de stal was doorgezakt en het was noodzakelijk dat er een nieuw plafond in de stal moest komen. Het was meteen duidelijk dat dit zo’n bijzonder huis was dat geprobeerd moest worden om het in oorspronkelijke staat te herstellen en dat dit niet opgedeeld moest worden in appartementen.

Het opvallende was dat er in dit gedeelte van Villa Aiola geen elektriciteit was, geen keuken, geen badkamer, geen waterleiding.

Bij mijn eerste bezoek kwam ik in contact met een enthousiaste geometra ( Rossano Gallorini) die er altijd al van gedroomd had om dit huis te mogen restaureren. Het huis blijkt namelijk een  belangrijke plaats in te nemen in de omgeving. Hij zelf woont twee kilometer hogerop en heeft altijd op het huis uitgekeken.

Het bleek al gauw dat Rossano Gallorini en ik het op heel veel punten wat restauratie betreft roerend eens waren. Het moest authentiek, origineel en niet pompeus zijn.

Na twee dagen praten en denken stond al in grote lijnen vast hoe dit huis gerestaureerd  moest worden: één geheel, met de stal (stalla) apart als appartement te gebruiken.

Het dak van het hele huis moest vernieuwd worden, de buitenkant gestuukt en aan mijn kant  zouden water gas en elektriciteit aangelegd moeten worden. De stalla moest helemaal uitgegraven en geïsoleerd worden.

Om de beschilderingen binnenshuis te sparen zouden alle leidingen aan de buitenkant  ingefreesd worden, helaas moesten ook alle kozijnen vervangen worden op 3 na, terwijl de gerestaureerde vele malen mooier zijn dan de nieuwe.

Met heel veel liefde en deskundigheid is de restauratie van start gegaan. Er was maar een probleem, en dat was de inschatting van de tijd. Het is moeilijk voor Italianen om teleur te stellen en zo ben ik meerdere malen naar Italië gereisd in de veronderstelling dat ik al kon inrichten, maar de bouw bleek dan nog lang niet zo ver te zijn. Telkenmale was ik echter onder de indruk hoe mooi en zorgvuldig er gerestaureerd werd. Een schilder uit de omgeving heeft het schilderwerk gerestaureerd en het nog veel mooier gemaakt dan eigenlijk afgesproken was. In de badkamer bijvoorbeeld heeft hij de douchemuur helemaal opnieuw volgens oud model gekopieerd.

In de stal is bij het uitgraven de oude olijfolie pot gevonden die nu in de eetkamer staat.

Mijn gedeelte van Villa Aiola heb ik Borghida genoemd.

Tegenover de voordeur aan de zuidkant woonden al meer dan 20 jaar Portillo en Franka Gotti. Zij zijn onlangs overleden. Hun huis heeft nog geen nieuwe bestemming.